Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op teruggaaf van het verschil tussen de nominale premie, die hij aan de zorgverzekeraar heeft betaald, en de bruto AOW-uitkering. Volgens het hof is de belastingrechter namelijk niet bevoegd om daar over te ordelen.

Belanghebbende, X, die de Belgische nationaliteit heeft, woont in Nederland. In 2008 ontvangt hij een bruto AOW-uitkering van € 350. Uit België ontvangt hij twee pensioenen van bruto € 19.567 en € 19.321. Bij het opleggen van de aanslag houdt de inspecteur geen rekening met de gevolgen van het Nikula-arrest van het HvJ EU (18 juli 2006, nr. C-50/05). Na bezwaar vermindert de inspecteur de aanslag in de lijn met het Nikula-arrest. X stelt dat hij ook nog recht heeft op een teruggaaf van de nominale premie voor de zorgverzekering.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op teruggaaf van het verschil tussen de nominale premie, die hij aan de zorgverzekeraar heeft betaald, en de bruto AOW-uitkering. Volgens het hof maakt de nominale premie geen onderdeel uit van de aanslag dan wel de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Het hof wijst er op dat X de nominale premie verschuldigd is aan de zorgverzekeraar en dat X een geschil over de hoogte van deze premie aan de civiele rechter moet voorleggen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Premieheffing

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 13 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen