Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat door mevrouw X zowel in absolute als in relatieve zin een aanzienlijk bedrag teveel is teruggevraagd. Het is dus aannemelijk dat X of haar gemachtigde zich ervan bewust is geweest, althans moet zijn geweest, dat de aangifte onjuist was.
Mevrouw X handelt in gebruikte personenauto’s en claimt over het tweede kwartaal van 2015 recht te hebben op een teruggaaf van € 18.525. Na een boekenonderzoek is de teruggaaf geweigerd en is juist een naheffingsaanslag opgelegd van € 21.191, alsmede een verzuim- en een vergrijpboete. Volgens de inspecteur moet de bewijslast worden omgekeerd en verzwaard, omdat de vereiste aangifte niet is gedaan. Niet meer in geschil is dat € 15.707 aan correcties terecht zijn en dat de boetes alsnog kunnen vervallen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat door X zowel in absolute als in relatieve zin een aanzienlijk btw-bedrag (€ 15.707) teveel is teruggevraagd. Het is dus aannemelijk dat X of haar gemachtigde zich ervan bewust is geweest, althans moet zijn geweest, dat de aangifte onjuist was. X moet daarom overtuigend aantonen dat en in hoeverre de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. De correcties zijn terecht gebaseerd op bij X aanwezige in- en verkoopdocumenten van diverse auto’s. X stelt vergeefs dat deze transacties niet hebben plaatsgevonden. Ten aanzien van de verkoop van één auto toont X voorts niet overtuigend aan dat hierop de margeregeling van toepassing is. De beroepen van X zijn slechts gegrond, omdat de boetes vervallen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 26 juli