Aan X is een dwangbevel opgelegd in verband het niet betalen van een legesaanslag. X komt in bezwaar en beroep tegen de betekeningskosten van het dwangbevel.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de gemeente Den Haag X ten onrechte niet heeft gehoord in het bezwaar tegen de betekeningskosten van het dwangbevel. De rechtbank kent X een proceskostenvergoeding toe, maar ziet er vanaf om de zaak terug te wijzen. X heeft haar bezwaren in beroep en ter zitting duidelijk kunnen uiteenzetten en mondeling kunnen toelichten. Inhoudelijk oordeelt de rechtbank dat de kosten van het dwangbevel terecht aan X in rekening zijn gebracht. De rechtbank oordeelt dat de gemeente de juiste betalingstermijn heeft gehanteerd en dat de aanmaning naar het juiste adres is verzonden. De kennisgeving ambtshalve vermindering mocht de gemeente versturen naar de architect van X. Verder oordeelt de rechtbank dat het voor X duidelijk had moeten zijn welk bedrag zij verschuldigd was. Voor zover dit niet het geval was, had X contact op kunnen nemen met de gemeente. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Kostenwet invordering rijksbelastingen 3
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 13 november