Rechtbank Breda acht de vergrijpboete van € 40.000 voor de onterecht geclaimde aftrek van voorbelasting terecht en verder ook passend en geboden.

Belanghebbende, X, drijft een organisatie- en adviesbureau. In de jaren 2005 tot en met 2009 claimt X voor in totaal € 118.839 aan aftrek van voorbelasting. Uit onderzoek blijkt dat voor een groot deel van de geclaimde vooraftrek geen facturen in de administratie van X aanwezig waren. De inspecteur legt een naheffingsaanslag omzetbelasting op van (na vermindering in bezwaar) € 91.618 met een vergrijpboete van € 40.000.

Rechtbank Breda acht de vergrijpboete van € 40.000 voor de onterecht geclaimde aftrek van voorbelasting terecht en verder ook passend en geboden. Vaststaat dat X door de onjuiste aangiften aanzienlijke bedragen aan omzetbelasting heeft genoten. X of zijn adviseur hebben deze aangiften ondertekend. De rechtbank acht de stelling van X niet geloofwaardig dat vanwege zijn ziekte een familielid de administratie heeft gevoerd en dat hij zelf de aangiften omzetbelasting niet heeft ingediend. Mede gezien de kennis en achtergrond van X heeft hij willens en wetens ten onrechte om teruggaaf verzocht door aangiften in te dienen die hebben geleid tot teruggaven van omzetbelasting terwijl daarvoor niet de vereiste facturen en/of andere bescheiden aanwezig waren. Het is aan opzet van X te wijten dat er ten onrechte een teruggaaf van belasting is verleend. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 8 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen