Belanghebbende, X, is eigenaar van een kampeerterrein met vakantiewoningen in de gemeente Veere. Eind 2013 sluit X een overeenkomst op grond waarvan A bv de camping huurt voor de jaren 2014 t/m 2016. Op grond van een in 2015 gesloten overeenkomst treedt B cv vanaf 1 april 2015 in de plaats van A bv. In geschil is of de gemeente terecht aanslagen toeristenbelasting aan X heeft opgelegd over de jaren 2014 en 2015. De gemeente heeft over het jaar 2014 ook aan B bv een aanslag opgelegd die inmiddels onherroepelijk vaststaat.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X ten onrechte is aangemerkt als belastingplichtige voor de toeristenbelasting ter zake van de vakantiewoningen en de mini-camping. Op grond van de overeenkomsten is het B bv (respectievelijk B cv) die de camping en de vakantiewoningen exploiteert. Die partij moet dan ook worden aangemerkt als degene die gelegenheid biedt tot verblijf voor de toeristenbelasting. De heffingsambtenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat de zaken in werkelijkheid anders liggen dan in de overeenkomst. Het hof stelt X in het gelijk.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 26 november