Rechtbank Gelderland oordeelt dat de contante opnames en de door de bv betaalde privéuitgaven fiscaal kwalificeren als resultaat uit overige werkzaamheden van de 50% middellijk aandeelhouder.

De heer X is vanaf 2013 middellijk 50% aandeelhouder van een bv. De activiteiten van deze bv bestaan onder meer uit het adviseren en begeleiden van (nieuw)bouwprojecten. X maakt in zijn IB-aangiften over 2014 en 2015 alleen melding van de ontvangst van een uitkering. De inspecteur constateert echter bij een boekenonderzoek dat X in 2014 € 6.150 en in 2015 € 94.870 contant heeft opgenomen van de bankrekening van de bv en dat de bv voorts zijn privéuitgaven heeft betaald. Verder blijkt uit het rapport dat de bv met een aannemer een woning heeft gebouwd, waarvoor de bv € 323.064 heeft ontvangen. In geschil zijn de IB-(navorderings)aanslagen over 2014 en 2015, alsmede de 50% vergrijpboetes.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de contante opnames en de door de bv betaalde privéuitgaven fiscaal kwalificeren als resultaat uit overige werkzaamheden van X. Zijn gebruikelijk loon voor 2014 is echter niet méér dan de onttrekkingen in 2014 (€ 6.150), aangezien het aannemelijk is dat de onderneming van de bv zich in 2014 nog in de opstartfase bevond. Het beroep van X is in zoverre gegrond. De boetes zijn terecht. Zo is de IB-aangifte over 2015 ingediend na de uitkomst van het boekenonderzoek en desondanks is in deze aangifte geen rekening gehouden met de onttrekkingen. Er is sprake van voorwaardelijke opzet. De boetes worden wegens het overschrijden van de redelijke termijn nog wel met 10% worden gematigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 24 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen