Een werkgever heeft sedert 2017 een werknemer waarvoor hij in 2018 aanspraak kan maken op een loonkostenvoordeel voor arbeidsgehandicapten. Sedert begin 2018 beschikt de werkgever over een doelgroepverklaring. Voor deze werknemer wordt eind augustus 2018 premiekorting over 2017 gevraagd. Vanaf dat moment verzoekt de werkgever ook (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018) om toekenning loonkostenvoordeel. Het UWV wijst het verzoek om loonkostenvoordeel af omdat de werknemer niet onder de overgangsregeling valt. De werkgever gaat hiertegen in bezwaar.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de overgangsregeling zoals genoemd in art. 6.2 Wet Tegemoetkoming Loondomein niet dwingend van toepassing is op alle werknemers die eerder onder de premiekorting vielen. Dat betekent dat, als een werkgever op grond van de hoofdregels in aanmerking komt voor een loonkostenvoordeel, deze ook van toepassing is. Hier doet niet aan af dat de werkgever niet voldoet aan de eis uit de overgangsregeling dat de werknemer. Met andere woorden indien een werknemer behoort tot de doelgroep, werkgever op tijd over een doelgroepverklaring beschikt en de werknemer nog geen drie jaar in dienst is, bestaat recht op loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapten. Het feit dat op 1 mei 2018 nog niet was gevraagd om toepassing premiekorting 2017, doet hier niet aan af.
Wetsartikelen:
Wet tegemoetkomingen loondomein 6.2
Wet tegemoetkomingen loondomein 4.1
Wet tegemoetkomingen loondomein 2.1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Premieheffing
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 11 juni