Hof Den Haag beslist dat de inspecteur de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten van X terecht heeft geweigerd. Een pas op de zitting aangeboden overzicht met vergoedingsspecificaties wordt niet als bewijs toegelaten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X heeft in haar aangifte ib/pvv 2014 uitgaven voor specifieke zorgkosten opgevoerd. Bij het opleggen van de aanslag staat de inspecteur de geclaimde aftrek niet toe omdat X niet de gevraagde bewijsmiddelen heeft overgelegd. X komt uiteindelijk in hoger beroep.

In navolging van de rechtbank beslist Hof Den Haag (MK I, 17 juli 2018, BK-17/00932, V-N 2018/55.1.3) dat de inspecteur de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten terecht niet heeft geaccepteerd. Het door X, pas op de zitting, aangeboden overzicht met vergoedingsspecificaties van de zorgverzekeraar wordt niet als bewijs toegelaten. Dit in het kader van een goede procesorde. De inspecteur heeft X namelijk in de bezwaarfase meerdere malen gevraagd de betreffende specificatie te overleggen voordat hij uitspraak op bezwaar deed. X heeft de specificatie echter pas op de zitting in het geding gebracht zonder daarvoor een valide verklaring te geven. Verder heeft X niet voldaan aan de op haar rustende bewijslast betreffende de op haar drukkende specifieke zorgkosten. Het hoger beroep is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:58

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 9 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen