Hof Den Haag oordeelt dat onder het “onmiddellijk instappen van personen” niet wordt verstaan de tijd waarin de auto wordt achtergelaten om een passagier op te halen.

X is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting. X stelt dat geen sprake was van parkeren maar van het “onmiddellijk instappen van personen”. In dat geval hoeft geen parkeerbelasting te worden voldaan.

Hof Den Haag oordeelt dat onder het “onmiddellijk instappen van personen” niet wordt verstaan de tijd waarin de auto wordt achtergelaten om een passagier op te halen. Alleen die handelingen tellen mee die een daadwerkelijk instappen in de auto vormen en die plaatsvinden in de directe nabijheid van de auto, zoals het openen en sluiten van een portier en gaan zitten in de auto. Het hof legt uit dat een passagier wel een redelijke tijd moet krijgen voor het onmiddellijk instappen waarbij rekening moet worden gehouden met de omstandigheden van het geval. In zoverre is “onmiddellijk” een relatief begrip. In dit geval waren er meer handelingen dan alleen het daadwerkelijk instappen omdat X naar het appartementencomplex is gelopen om zijn passagier op te halen. X maakt een vergelijking met taxichauffeurs en pakketbezorgers, maar het hof wijst het beroep op het gelijkheidsbeginsel af. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 13 mei

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen