De Hoge Raad oordeelt dat het successierecht niet is geheven over een met IB belaste bate. Er is namelijk geen sprake van de uitoefening van een wilsrecht in de zin van art. 45 lid 3 SW 1956.

Belanghebbende, X, is enig erfgenaam van haar op 23 februari 2009 overleden broer (B). X koopt de na het overlijden van B tot uitkering gekomen kapitaalverzekering met lijfrenteclausule af. Bij de heffing van het successierecht is (uiteindelijk), ter zake van de uitkering, rekening gehouden met een belastinglatentie van 30%. In de IB-aanslag die de inspecteur oplegt, wordt uitkering van het kapitaal tevens belast. In geschil is of X het over de uitkering geheven successierecht in aftrek kan brengen op grond van art. 3.108 Wet IB 2001. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het betaalde successierecht kwalificeert als aftrekbare kosten in de zin van art. 3.108 Wet IB 2001. Hof Amsterdam oordeelt dat het betaalde successierecht niet kan worden aangemerkt als een op een uitkering of verstrekking drukkende kostenpost gemaakt tot verwerving, inning of behoud van een uitkering of verstrekking. Het hof stelt hierbij vast dat X door het overlijden van B een vermogensrecht kreeg, maar dat dit vermogensrecht niet het belastbare feit voor de IB-heffing vormt. Volgens het hof heeft namelijk het niet ten uitvoer leggen van de lijfrenteclausule geleid tot een met IB te belasten bate. De aanslag blijft in stand. In cassatie stelt X dat er sprake is van de uitoefening van een wilsrecht in de zin van art. 45 lid 3 SW 1956.

De Hoge Raad oordeelt dat er geen sprake is van de uitoefening van een wilsrecht in de zin van art. 45 lid 3 SW 1956. Volgens de Hoge Raad kan de beslissing van X om de lijfrenteclausule niet tot uitvoering te brengen en de verzekeringsovereenkomst in zoverre niet uit te voeren, namelijk niet worden aangemerkt als, of gelijkgesteld worden met, de uitoefening van een wilsrecht in de zin van art. 45 lid 3 SW 1956. Volgens de Hoge Raad is er dan ook geen sprake van dat het successierecht is geheven over een met IB belaste bate. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 45

Wet inkomstenbelasting 2001 .108

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 21 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen