X is eigenaar van een vrijstaande woning in de gemeente Heerenveen. Zij vindt de WOZ-waarde 2014 van € 228.000 te hoog.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 28 maart 2017, 16/00337, V-N vandaag 2017/750) oordeelt dat de overlast die X ondervindt van haar buurman niet leidt tot een lagere WOZ-waarde. Overlast en hinder van buren vinden in het algemeen hun grondslag in de sfeer van de persoonlijke relaties. Alleen als de overlast ook potentiële kopers afschrikt, komt dit tot uitdrukking in de WOZ-waarde. Dat is hier niet het geval. De hinder van overhangende takken en bladeren van de bomen van de buren of van gemeentelijke bomen leidt evenmin tot een verlaging van de WOZ-waarde. Voor zover de overhangende takken schade hebben veroorzaakt aan de bijgebouwen van de woning van X, is de uit die schade volgende waardedrukking voldoende verdisconteerd in de WOZ-waarde. Uit de door de heffingsambtenaar overgelegde matrix volgt namelijk een waarde die € 30.000 hoger ligt dan de beschikte waarde.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad
Editie: 29 november