X dient geen aangifte IB/PVV 2015 in. De inspecteur legt X vervolgens, met dagtekening 18 januari 2017, ambtshalve aanslagen IB/PVV en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) op. X dient op 15 mei 2017 alsnog digitaal een aangifte IB/PVV 2015 in. De inspecteur merkt deze aangifte aan als een bezwaarschrift. De bezwaren worden niet-ontvankelijk verklaard vanwege termijnoverschrijding. In beroep is in geschil of dit terecht is. Pas op de zitting neemt X voor het eerst de stelling in dat hij de aanslagen niet heeft ontvangen.
Rechtbank Noord-Nederland verklaart de stelling van X dat hij de aanslagen niet heeft ontvangen tardief in verband met de beginselen van een goede procesorde. Als X deze stelling eerder had ingenomen, had de inspecteur een rapport kunnen laten opstellen om de juiste en tijdige terpostbezorging te bewijzen. Nu kan de inspecteur niet meteen reageren. De rechtbank beslist vervolgens dat de inspecteur de aangifte terecht als bezwaar heeft aangemerkt. Gelet op de dagtekening van de aanslagen heeft de inspecteur het bezwaar buiten de bezwaartermijn ontvangen. Van mogelijke verschoonbaarheid van deze termijnoverschrijding is niets gebleken. De beroepen van X zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 8 maart