De Hoge Raad oordeelt dat geen sprake is van gelijke gevallen. Het hof heeft dan ook ten onrechte in zijn beoordeling betrokken of sprake is van begunstigend beleid. De pensioenpremie voor het Belgische pensioen is niet (langer meer) aftrekbaar.

Belanghebbende, X, woont in België en werkt voor het A-concern. Vanaf 2007 werkt X in Nederland, voor A bv. X kiest er voor om zijn Belgische pensioenregeling voort te zetten. De pensioenregeling wordt voor een periode van 5 jaren (1 juli 2007 tot 1 juli 2012) aangewezen als zuivere pensioenregeling. Bij het opleggen van de IB-aanslag 2013 staat de inspecteur geen aftrek toe van de ingehouden pensioenpremie en het gebruteerde werkgeversdeel van de pensioenpremie. Volgens de inspecteur is er in 2013, door de mogelijkheid tot afkoop, niet langer meer sprake van een zuivere pensioenregeling. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X de pensioenpremie, alhoewel niet wordt voldaan aan de eisen, in aftrek kan brengen. Een grensarbeider kan in dezelfde situatie, op grond van begunstigend beleid, de pensioenpremie namelijk ook in aftrek brengen. De staatssecretaris gaat in cassatie en stelt dat niet het gelijkheidsbeginsel wordt toegepast, maar art. 1.7 lid 2 onderdeel c Wet IB 2001. Hierin worden buitenlandse pensioenregelingen onder voorwaarden ‘erkend’. Ook X gaat in cassatie. Hij stelt onder andere dat het afkoopverbod in strijd met het EU-recht is.

De Hoge Raad oordeelt dat geen sprake is van gelijke gevallen. Het hof heeft dan ook ten onrechte in zijn beoordeling betrokken of sprake is van begunstigend beleid. De situatie van X is niet gelijk aan de situatie van een Nederlandse grensarbeider die bij een Belgische werkgever deelneemt aan dezelfde pensioenregeling als die van X en die een deel van zijn werkzaamheden in Nederland verricht. De Hoge Raad gaat daarbij uitgebreid in op de verschillende (zuiver binnenlandse en grensoverschrijdende) situaties die zich voordoen bij Nederlandse en Belgische grensarbeiders met hun pensioen. Het gelijk op dit punt is dan ook aan de staatssecretaris. Het beroep in cassatie van X wordt ongegrond verklaard. Het verschil in behandeling van pensioenen, en dan met name met betrekking tot het afkoopverbod, vormt een dispariteit en is dus geen verboden belemmering van het vrije verkeer.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 18

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 26

Wet op de loonbelasting 1964 19d

Wet op de loonbelasting 1964 11

Wet op de loonbelasting 1964 10

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 12 april

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen