De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over het recht op vooraftrek voor advieskosten gemaakt ter zake van de verkoop van een minderheidsdeelneming.

Belanghebbende, X bv, verkoopt in 1996 zijn 30%-belang in een deelneming. In verband met de verkoop worden aan X bv adviesdiensten verricht, voor welke diensten btw in rekening is gebracht. X bv meent recht te hebben op aftrek van deze voorbelasting. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de aandelenoverdracht geen economische activiteit betreft, de kosten betrekking hebben op de onderneming van X bv, aldus algemene kosten vormen en dat X bv recht heeft op aftrek van voorbelasting. De Hoge Raad stelt na de conclusie van A-G Overgaauw (V-N 2007/25.29) de behandeling van de zaak uit in afwachting van de uitkomst van de zaak AB SKF. Inmiddels heeft het Hof van Justitie in deze zaak arrest gewezen (HvJ 29 oktober 2009, AB SKF, C-29/08, V-N 2009/56.13) en heeft ook A-G Van Hilten een conclusie uitgebracht (V-N 2011/2.13).

De Hoge Raad stelt de volgende prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over het recht op vooraftrek voor advieskosten gemaakt ter zake van de verkoop van een minderheidsdeelneming: 1. Kan de overdracht van 30% van de aandelen in een vennootschap worden gelijkgesteld met de overgang van (een gedeelte van) een algemeenheid van goederen en/of van diensten? 2. Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, kan dan de in die vraag bedoelde overdracht worden gelijkgesteld met de overgang van (een gedeelte van) een algemeenheid van goederen en/of van diensten wanneer de overige aandeelhouders die ook aan btw onderworpen diensten verrichten jegens de vennootschap waarvan de aandelen worden overgedragen, (nagenoeg) tegelijkertijd aan dezelfde persoon alle andere aandelen van die vennootschap overdragen? 3. Indien ook de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord, kan dan de in vraag 1 bedoelde overdracht worden beschouwd als de overgang van (een gedeelte van) de onderneming in aanmerking genomen dat deze overdracht nauw samenhangt met verrichte managementwerkzaamheden voor die deelneming? De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie EU naar aanleiding van het verzoek uitspraak heeft gedaan.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)

Editie: 8 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen