De Tsjechische město Žamberk stelt tegen betaling van een toegangsprijs een gemeentelijk aquapark ter beschikking. Het aquapark beschikt onder andere over een zwembad, een kikkerbad voor kinderen, waterglijbanen, een massagebad, een zwembad-natuurlijke rivier, een terrein voor strandvolleybal, tafeltennislokalen en sportmateriaal dat kan worden gehuurd. Er worden echter geen sportactiviteiten in georganiseerd verband uitgeoefend. Volgens de Tsjechische Belastingdienst vormen de prestaties van het gemeentelijk aquapark van de město Žamberk vrijgestelde prestaties zonder recht op btw-aftrek. De Belastingdienst corrigeert daarom de btw-aangifte van de město Žamberk. De Tsjechische rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat sportactiviteiten die noch in georganiseerd verband, noch op regelmatige basis worden beoefend en die niet tot doel hebben aan sportcompetities deel te nemen, als de beoefening van sport in de zin van art. 132 lid 1 onderdeel m EU-richtlijn 2006/112 kunnen worden aangemerkt. Verder merkt het HvJ EU op dat de toegang tot het aquapark een dienst kan zijn die nauw samenhangt met de beoefening van sport.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 13 maart