X is huurder van een woonwagenstandplaats met woonwagen en bergingen in Helmond. In geschil is of X belang heeft bij zijn beroep tegen de WOZ-waarde van de woonwagenstandplaats. X wil in een procedure bij de CRvB bereiken dat de waarde van de woonwagen beneden de grens blijft van het vrij te laten vermogen als bedoeld in art. 50 lid 1 van de Participatiewet, zodat aan hem en zijn echtgenote bijstand om niet in plaats van leenbijstand wordt toegekend.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X als huurder van de woonwagenstandplaats geen belang heeft bij het beroep tegen de WOZ-waarde. De bijstandsprocedure bij de CRvB doet hieraan niet af. X bepleit in de onderhavige WOZ-procedure bij de rechtbank een waarde voor de woonwagen die gelijk is aan de waarde ervan in het kader van de CRvB-procedure. Dat is ook de waarde waar in de CRvB-procedure tussen partijen onbetwist van uit wordt gegaan. X kan dan met een uitspraak in deze WOZ-procedure in de CRvB-procedure niet meer bereiken dan hij al heeft bereikt. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en het bezwaar alsnog niet-ontvankelijk.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 12 februari