Hof Amsterdam stelt in hoger beroep allereerst vast dat mevrouw X nog steeds belang heeft bij een oordeel van de rechter over de voorlopige aanslagen ondanks dat (nog) geen bezwaarschriften zijn ingediend tegen de definitieve aanslagen.

Mevrouw X wordt in 2009 op Schiphol aangehouden met een grote hoeveelheid contant geld in haar handbagage. X verklaart hier te lande als prostituee te werken. Bij het daarop volgende boekenonderzoek blijkt dat X in 2006 tot en met 2008 in totaal circa € 380.000 aan bankstortingen heeft gedaan en geen administratie bijhoudt. In geschil zijn diverse voorlopige IB-aanslagen. Tegen de desbetreffende definitieve aanslagen is door X (nog) geen bezwaar gemaakt. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de bewijslast terecht is omgekeerd, doch verklaart het beroep van X deels gegrond. Partijen gaan in hoger beroep.

Hof Amsterdam stelt allereerst vast dat X nog steeds belang heeft bij een oordeel van de rechter over de voorlopige aanslagen ondanks dat geen bezwaarschriften zijn ingediend tegen de definitieve aanslagen (HR 19 februari 2010, nr. 08/03784, V-N 2010/11.7). X stelt vergeefs niet in Nederland te wonen. Haar economische en sociale bindingen met ons land zijn namelijk het grootst. X is dus terecht aangemerkt als binnenlands belastingplichtige. Hieruit volgt dat X geen recht heeft op aftrek van de gemaakte kosten voor het reizen tussen Nederland en A-land of voor de kosten van haar verblijf alhier. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond. Het beroep van de inspecteur is wel gegrond. Aan de hand van uitgevoerde zedencontroles op het werkadres van X gaat deze er terecht vanuit dat X in 2008 langer in Nederland heeft gewerkt dan zij zelf heeft verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 13 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen