X komt in beroep tegen een WOZ-beschikking 2019 van Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland. X klaagt in hoger beroep over de beslissing van Rechtbank Den Haag om het verzoek om uitstel van de zitting af te wijzen.
Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank het verzoek tot uitstel van de zitting terecht heeft afgewezen. Omdat de rechtbank haar beslissing niet in de uitspraak heeft gemotiveerd, ziet het hof wel reden X een proceskostenvergoeding toe te kennen en teruggave van het griffierecht. Het hof oordeelt verder dat de Wet WOZ en de OZB niet in strijd zijn met het recht op ongestoord eigendom, noch met het verbod van discriminatie, noch met het evenredigheidsbeginsel. Anders dan X stelt heeft de gemeente de berekeningswijze van de WOZ-waarde niet geheim gehouden. X had de mogelijkheid de in het systeem van de heffingsambtenaar opgeslagen gegevens in te zien, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 3:4
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 23 mei