Rechtbank Zutphen oordeelt dat de aanslag zuiveringsheffing en/of verontreinigingsheffing bedrijven terecht en tot het juiste bedrag aan X bv is opgelegd.

Eiseres, X bv, is het niet eens met de aanslag ‘zuiveringsheffing en/of verontreinigingsheffing bedrijven' die de heffingsambtenaar van Tricijn belastingen (namens het Waterschap Zuiderzeeland) haar over 2007 heeft opgelegd.

Rechtbank Zutphen oordeelt dat de aanslag zuiveringsheffing en/of verontreinigingsheffing bedrijven terecht en tot het juiste bedrag aan X bv is opgelegd. X bv is terecht in de heffing betrokken nu niet in geschil is dat zij in 2007 afvalwater heeft geloosd in oppervlaktewateren. De rechtbank komt gelet op de meterstanden tot de conclusie dat de heffingsambtenaar de hoeveelheid ingenomen water niet te hoog heeft geschat (2607 m³). De rechtbank verwerpt vervolgens, met een verwijzing naar een uitspraak van Hof Arnhem van 1 juni 2010 (nr. 09/00221, LJN: BM9134), de stelling van X bv dat het aantal vervuilingseenheden voor het lozen van arseen moet worden gesteld op nihil. Nu X bv ten onrechte niet heeft voldaan aan haar meetverplichting, heeft de heffingsambtenaar het aantal vervuilingseenheden mogen schatten met behulp van steekmonsters. Dat de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar niet expliciet is ingegaan op het verzoek van X bv om een proceskostenvergoeding, kan ten slotte niet leiden tot gegrondverklaring van het beroep. Volgens de rechtbank ligt in de handhaving van de aanslag namelijk besloten dat de heffingsambtenaar het verzoek van X bv heeft afgewezen (vlg. CRvB 6 juli 2010, nr. 08/5621 WWB, LJN: BN1401).

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zutphen

Editie: 15 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen