X is eigenaar van een rijksmonumentale vrijstaande woonboerderij gelegen op een NSW-landgoed. In geschil is de WOZ-waarde 2014 van de woning.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van de rijksmonumentale woning van X die is gelegen op een NSW-landgoed, niet te hoog is vastgesteld. De referentiewoningen die de gemeente heeft gebruikt, zijn naar het oordeel van de rechtbank voldoende vergelijkbaar met de woning van X. De instandhoudingsfactor heeft de heffingsambtenaar berekend aan de hand van de landelijke taxatiewijzer. De rechtbank verwerpt het standpunt van X dat de (nieuwe) manier waarop in de taxatiewijzer 2013 de instandhoudingsfactor wordt berekend, in strijd is met jurisprudentie van de Hoge Raad. De rechtbank ziet geen reden om bij de waardering van de gebouwde eigendommen en de ondergrond daarvan, rekening te houden met het bestaan van de gronden die vallen onder de WOZ-uitzondering voor NSW-landgoederen. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 18 december