Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de door X bv verleende diensten zijn aan te merken als ‘bemiddeling inzake aandelen’. Dat X bv zelf geen rechtstreeks contact heeft gehad met de uiteindelijke koper is daarbij niet van belang. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag.

B bezit een minderheidsbelang in Q, een Zwitserse vennootschap. B wil zijn belang in Q van de hand doen en schakelt daarom A, de bestuurder van belanghebbende, X bv, in. A heeft namelijk ervaring met het bemiddelen bij de verkoop van buitenlandse bedrijven. Met behulp van enkele zakelijke contacten uit zijn netwerk, slaagt A er in om de aandelen te verkopen. X bv dient vervolgens een nota van € 91.000 in bij B, en berekent daarbij geen btw. X bv is van mening dat een btw-vrijstelling van toepassing is, omdat er sprake is van bemiddeling. De inspecteur is het daar niet mee eens.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de door X bv verleende diensten zijn aan te merken als ‘bemiddeling inzake aandelen’. De rechtbank stelt daarbij vast dat de diensten van X bv bestaan uit het tegen een vergoeding zoeken naar geschikte potentiële kopers. Verder moest er voor B contact worden gelegd met deze potentiële kopers om een verkoopovereenkomst te sluiten, zonder dat X bv een eigen belang had bij de inhoud van die overeenkomst. Dat X bv zelf geen rechtstreeks contact heeft gehad met de uiteindelijke koper en zij en Y gezamenlijk als bemiddelaar hebben opgetreden, acht de rechtbank verder niet van belang. De rechtbank is van mening dat de btw-vrijstelling op deze diensten van toepassing is, en vernietigt de naheffingsaanslag.

Lees ook het thema Diverse btw-vrijstellingen onder de loep

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 13 maart

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen