X is eigenaar van een vrijstaande woning uit 1992 in de gemeente Boxmeer. In geschil is de WOZ-waarde 2016 van deze woning. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de hoogspanningsmast gelegen op 223 meter van de achterzijde van de woning niet leidt tot een verlaging van de WOZ-waarde. De rechtbank handhaaft de WOZ-waarde op € 508.000.
Hof ’s-Hertogenbosch verlaagt in hoger beroep de WOZ-waarde van de woning van X van € 508.000 naar € 460.000. De heffingsambtenaar heeft drie verkoopcijfers ten grondslag gelegd aan de WOZ-waarde. Twee referentiewoningen zijn qua ligging niet goed vergelijkbaar met de woning van X. De derde woning is beter vergelijkbaar, maar daar heeft de heffingsambtenaar geen goede verklaring kunnen geven voor het verschil in waardering van het hoofdgebouw van beide woningen. Het hof besluit de WOZ-waarde in goede justitie vast te stellen. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 maart