Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verkeersruimten in een verzorgingstehuis niet volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Daarom is het gehele tehuis een niet-woning.

X is eigenaar en gebruiker van een verzorgingshuis. De heffingsambtenaar stelt de waarde voor belastingjaar 2017 vast op € 4.833.000 en legt aanslagen OZB voor het eigendom en gebruik op. In geschil is de vraag of het object in hoofdzaak tot woning dient.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk maakt dat hij het juiste archetype heeft gebruikt en corrigeert de waarde voor het dagactiviteitencentrum, de zeep- en kaarsenmakerij en de werkplaats. De rechtbank bepaalt de WOZ-waarde van het gehele object schattenderwijs op € 4.600.000. De rechtbank is van oordeel dat, voor zover de verkeersruimtes (gangen en trappen)  mede door het personeel worden gebruikt, al niet meer gezegd kan worden dat zij volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. X betwist niet dat als de verkeersruimtes buiten beschouwing blijven, de waarde van het object voor minder dan 70% kan worden toegerekend aan delen die dienen tot woning of volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden en dat dus niet in hoofdzaak sprake is van een woning. In het taxatierapport is de waarde van de belaste delen berekend op € 2.335.382. Dit is meer dan de heffingsmaatstaf voor de OZBG na bezwaar, aangezien die is verminderd tot € 2.286.000. De rechtbank vermindert de WOZ-waarde en de aanslag OZB voor het eigendom en handhaaft de aanslag OZB voor het gebruik.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 13 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen