Belanghebbende, X bv, is gebruiker van een voormalig klooster dat medio 2017 in gebruik is genomen als hotel. In geschil is de WOZ-waarde 2017 van de onroerende zaak.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar het door X bv gehuurde hotel te ruim heeft afgebakend. X bv stelt terecht dat de heffingsambtenaar ten onrechte grond van twee percelen heeft toegerekend aan de onroerende zaak, terwijl X bv niet de gebruiker was van die grond. De rechtbank bakent het object op de juiste wijze af en verlaagt de waarde van € 2.046.000 tot € 2.030.000. Voor het overige maakt de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk. Weliswaar is de onroerende zaak sinds medio 2017 als hotel in gebruik, maar de heffingsambtenaar heeft bij het bepalen van de gecorrigeerde vervangingswaarde terecht de Taxatiewijzer Verzorging per waardepeildatum 1 januari 2016 als uitgangspunt genomen en is voor alle aanwezige ruimtes uitgegaan van het archetype klooster, ongeacht het toekomstige gebruik van die ruimtes in het in 2017 te realiseren hotel.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16 en 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 18 augustus