Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de bezwaren van X tegen de naheffingsaanslagen omzetbelasting ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een aantal besluiten van de inspecteur. In geschil is of de inspecteur de bezwaren terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de bezwaren van X tegen de naheffingsaanslagen omzetbelasting ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De bezwaarschriften zijn, zo heeft X onweersproken gesteld, een dag voor het einde van de termijn ter post bezorgd en zijn binnen een week na afloop van de termijn door de inspecteur ontvangen. De rechtbank verklaart het beroep voor deze zaken gegrond en verwijst deze zaken terug naar de inspecteur voor een inhoudelijke behandeling. De bezwaren tegen de (navorderings)aanslagen IB/PVV en Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet heeft de inspecteur wel terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Een e-mail van de accountant van X in reactie op een boekenonderzoek, kan volgens de rechtbank niet worden aangemerkt als een (prematuur) bezwaarschrift. De tekst van de e-mail luidde als volgt: "Uw aanname is juist, wij besteden de tijd die hiermee gemoeid is liever aan de procedure bezwaar en beroep. Wij zijn van mening dat het vooroverleg niet tot een overeenstemming tussen beide partijen komt." Het hof haalt hier geen bezwaarschrift uit.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:10

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 26 augustus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen