Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant moet voor een redelijke schatting van het inkomen uit hennepteelt van X uitgegaan worden van de inkomsten uit één hennepoogst. Dit leidt tot vermindering van de aanslag IB/PVV 2013.

X is strafrechtelijk veroordeeld voor hennepteelt. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur X de in geschil zijnde aanslag IB/PVV 2013 op. Daarbij wordt rekening gehouden met een bijtelling in verband met inkomsten uit twee hennepoogsten. Deze inkomsten zijn gebaseerd op de berekening van de politie in het 'proces-verbaal Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van X'. X bestrijdt dat hij inkomsten uit hennepteelt heeft genoten. In geschil zijn de aan X opgelegde aanslag IB/PVV 2013 met een vergrijpboete van 50% en de aanslag Zvw 2013.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat de aanslag IB/PVV 2013 verlaagd moet worden overeenkomstig het nadere standpunt van de inspecteur op de zitting. Dat standpunt houdt in dat voor een redelijke schatting van het inkomen uit hennepteelt van X moet worden uitgegaan van de inkomsten uit slechts één hennepoogst zonder kostenaftrek. X maakt niet aannemelijk dat de aanslag nog verder verlaagd moet worden. De vergrijpboete is terecht omdat X (voorwaardelijk) opzettelijk een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan. Deze boete wordt wel evenredig verlaagd omdat de aanslag IB/PVV 2013 wordt verlaagd. De beroepen van X zijn in die zin gegrond. De aanslag Zvw 2013 is niet te hoog aangezien deze naar het maximale bijdrage-inkomen is berekend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 23 maart

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen