Hof Den Haag oordeelt dat het rentenadeel volgt uit de wijze van renteberekening bij naheffing van ontvangsten uit het btw-compensatiefonds en dat de rente op de juiste wijze is berekend.

X behoort tot een samenwerkingsverband van 3 gemeenten. Het samenwerkingsverband past de koepelvrijstelling toe. In 2015 deelt de inspecteur mede dat het samenwerkingsverband omzetbelasting in rekening moet brengen. X vraagt de btw die door het samenwerkingsverband in rekening is gebracht terug uit het btw-compensatiefonds. In 2017 komt de inspecteur na een mededeling van de staatssecretaris terug op de eerdere mededeling. Het samenwerkingsverband ontvangt een teruggaaf van de betaalde btw en bij de gemeenten worden de ontvangen bedragen uit het btw-compensatiefonds nageheven. De inspecteur vergoedt minder rente over de btw-teruggaven dan de gemeenten moeten betalen over de naheffingen. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de belastingrente terecht en tot het juiste bedrag berekent. De te vergoeden en te betalen belastingrente dienen afzonderlijk te worden berekend. Slechts daarna kunnen de bedragen verrekend worden. Een beroep op neutraliteit van belasting faalt omdat het twee verschillende subjecten betreft die de rente respectievelijk moeten ontvangen en betalen. Verder betreft het ook de uitvoering van twee verschillende regelingen. Een beroep op toetsing aan het Statuut van het Koninkrijk en het Unierecht slaagt niet. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op het BTW-compensatiefonds 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 20 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen