X bv kan de doorbelaste retainer fees niet in aftrek brengen. Volgens Rechtbank Haarlem zou X bv de kosten namelijk niet voor haar rekening hebben genomen bij het ontbreken van een aandeelhoudersrelatie met B bv.

 

Belanghebbende, X bv, maakt deel uit van het C-concern. C nv is de Nederlandse houdstervennootschap van het concern. De aandelen van X bv zijn in handen van A bv. De aandelen A bv zijn handen van B bv. C wil samen met D een samenwerkingsverband aangaan om een algemene bank in Rusland op te zetten. In het kader van de samenwerking verkrijgt X bv in 2007 een belang in D. Op grond van de Russische regelgeving mocht C namelijk niet het belang in D nemen. In 2008 wordt het belang van X bv in D uitgebreid. Hiertoe gaat B bv een overeenkomst aan met E, om een overbruggingskrediet te arrangeren. E brengt voor de verrichte diensten retainer fees in rekening aan B bv, die de fees weer bij X bv in rekening brengt. De inspecteur staat aftrek van de fees niet toe.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat X bv de retainer fees niet in aftrek kan brengen. Volgens de rechtbank is er namelijk sprake van aandeelhouderskosten die elders in het concern bij de fiscale winstberekening in aanmerking moeten worden genomen. De rechtbank overweegt hierbij dat X bv niet met het doorbelasten van de uitgaven zou hebben ingestemd als er geen aandeelhoudersrelatie met B bv zou zijn geweest. Verder wijst de rechtbank er op dat van meet af aan het voornemen bestond dat niet X bv maar A bv de lening zou aantrekken. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Haarlem

Editie: 1 augustus

46

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen