Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat X bv uitdelingen heeft verricht bij onroerendezaaktransacties met familieleden van haar dga. Aangezien de inspecteur de door hem vastgestelde waarden niet aannemelijk heeft gemaakt, verlaagt de rechtbank de aanslag.

A is de dga van belanghebbende, X bv. X bv exploiteert onroerende zaken en belegt in effecten en leningen. Naar aanleiding van een boekenonderzoek corrigeert de inspecteur de VPB-aangifte 2006 van X bv. Volgens de inspecteur heeft X bv namelijk uitdelingen verricht bij enkele onroerendezaaktransacties.

Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat zowel X bv als de inspecteur de waarden van de onroerende zaken niet aannemelijk heeft gemaakt. Ter zake van een pand dat X bv voor € 840.000 van de zoon van A heeft gekocht, stelt de rechtbank de waarde vast op € 780.000. De rechtbank overweegt daarbij dat het taxatierapport van de inspecteur uitgaat van de per 1 januari 2008 gerealiseerde huurprijs, terwijl het pand op 1 juni 2006 is gekocht. Ter zake van een pand dat X bv aan de dochter en kleinkinderen van A heeft verkocht, stelt de rechtbank vast dat een uitdeling van € 585.652 is verricht. Ook heeft X bv bij de verkoop van twee andere panden aan de zoon van X uitdelingen verricht. De rechtbank stelt deze vast op € 125.474. De rechtbank verlaagt de aanslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 1 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen