X is eigenaar van twee recreatiewoningen op een recreatiepark in de gemeente Borger-Odoorn. De heffingsambtenaar van de gemeente legt X de in geschil zijnde aanslag toeristenbelasting 2010 op, berekend naar het werkelijk aantal overnachtingen. In de jaren tot 2010 werd de toeristenbelasting altijd op forfaitaire wijze berekend, hetgeen heeft geleid tot aanzienlijk lagere aanslagen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aanslag toeristenbelasting voor de twee vakantiewoningen van X terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Het hof verwerpt het standpunt van X dat de gemeente hem persoonlijk had moeten informeren over de nieuwe berekeningswijze van de toeristenbelasting. Dat de gemeente heeft gekozen voor een heffing naar het werkelijke aantal overnachtingen in plaats van een heffing op forfaitaire wijze, is niet onrechtmatig. Sterker nog: deze benadering doet meer recht aan de grondslag van art. 224 van de Gemeentewet. De gemeente heeft niet in strijd gehandeld met enig beginsel van behoorlijke wetgeving of beginsel van behoorlijk bestuur.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 1 augustus