Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X sociaal verzekerd en dus premieplichtig is in Nederland. Dit op grond van de door de Svb afgegeven A1-verklaring. De Belastingdienst en de belastingrechter zijn namelijk aan die verklaring gebonden.
Belanghebbende, X, werkt in de periode 1 januari 2016 - 31 oktober 2016 als Rijnvarende voor het Liechtensteinse A AG. X is het er niet mee eens dat de inspecteur zijn verzoek om vrijstelling van PVV-premies niet honoreert en gaat in beroep. In geschil is of X van 1 januari tot en met 25 oktober 2016 premieplichtig is in Nederland.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X sociaal verzekerd en dus premieplichtig is in Nederland. Dit op grond van de door de Svb afgegeven A1-verklaring. De Belastingdienst en de belastingrechter zijn namelijk aan die verklaring gebonden. De rechtbank is verder van mening dat de Wet IB 2001 geen basis biedt voor verrekening van in Liechtenstein ingehouden werknemerspremies. Verrekening kan, op grond van art. 73 lid 2 EG-Verordening 987/2009, alleen aan de orde komen nadat de Svb premies van het bevoegde orgaan van Liechtenstein heeft ontvangen. In de Wet IB 2001 is verder ook geen grondslag te vinden voor aftrek van de in Liechtenstein afgedragen premies. Het wetsartikel waar X naar verwijst, art. 3.16 lid 9 Wet IB 2001, is namelijk niet van toepassing op een belastingplichtige die inkomsten uit dienstbetrekking geniet. De aanslag blijft in stand.
Lees ook het thema Internationale sociale zekerheid.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 15 februari