Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inrichting niet specifiek is gewijzigd om deze geschikt te maken voor paardenvervoer. Het is niet voldoende dat er een klein paard in kan staan.

X is houder van een Peugeot Partner. Volgens X is de auto ingericht voor het vervoer van paarden. In geschil is of toepassing van het bijzondere kwarttarief (art. 30 lid 1 onderdeel f Wet MRB 1994) door de inspecteur terecht is afgewezen. X stelt dat de auto is ingericht voor het vervoer van (kleine) paarden ten behoeve van de paardensport en dat de auto niet beroepsmatig wordt gebruikt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inrichting niet specifiek is gewijzigd om deze geschikt te maken voor paardenvervoer. Het is niet voldoende dat er een klein paard in kan staan. Wijzigingen nadat het tariefverzoek is afgewezen, doen niet ter zake. X beroept zich vergeefs op het gelijkheidsbeginsel. Het andere geval betrof namelijk een auto die door de RDW als veewagen is gekeurd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994 6

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 30

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 15 februari

170

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen