Hof ’s-Hertogenbosch overweegt dat de belastingrechter mededeling moet doen als hij aanleiding ziet om ten nadele van een partij een vermoeden aan te nemen.

Belanghebbende, fiscalist, heeft om uitstel verzocht via het beconnummer van een maatschap van zijn partners. Na een derdenonderzoek bij de maatschap van zijn partners komt de Belastingdienst achter dit verzoek om uitstel via het beconnummer en een betaling van belanghebbende zijn winstaandeel dat hij niet heeft opgevoerd in zijn aangifte. Navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw met boetes volgen. Belanghebbende betwist te zijn uitgenodigd tot het doen van aangifte IB/PVV. Ook enig gedaan verzoek om uitstel namens of door hem gedaan, betwist hij. De rechtbank achtte in beroep het vermoeden gerechtvaardigd dat het verleende uitstel ook aan de maatschap waaraan het beconnummer gekoppeld is bekend is gemaakt.

Hof ’s-Hertogenbosch overweegt dat de belastingrechter mededeling moet doen als hij aanleiding ziet om ten nadele van een partij een vermoeden aan te nemen. Deze mededeling dient om deze partij gelegenheid te bieden tot het leveren van tegenbewijs tegen dit gerezen vermoeden door de belastingrechter. Doet de belastingrechter dit niet is sprake van schending van de goede procesorde.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 9 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen