Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de geclaimde specifieke zorgkosten terecht niet in aftrek heeft toegelaten. Er zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat daadwerkelijk kosten zijn gemaakt.

X overlijdt op 3 november 2016. In zijn IB-aangifte 2016 wordt een inkomen uit vroegere dienstbetrekking aangegeven van € 49.719 en wordt € 48.638 aan specifieke zorgkosten opgegeven. De inspecteur accepteert de aftrekpost niet. Hij acht de verhouding tussen het inkomen en de zorgkosten onwaarschijnlijk. Verder zijn geen nota’s, facturen of betaalbewijzen overgelegd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de geclaimde specifieke zorgkosten terecht niet in aftrek heeft toegelaten. Volgens de rechtbank wordt namelijk niet aannemelijk gemaakt dat X recht heeft op aftrek. De rechtbank wijst er daarbij op dat slechts een formulier is overgelegd waarin de gemaakte kosten zijn uitgesplitst naar verschillende categorieën, maar dat geen stukken zijn overgelegd waaruit volgt dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Daarbij is niet van belang dat de kantonrechter de zorgkosten die tijdens het bewind van X zijn gemaakt, heeft geaccepteerd. De controle die de kantonrechter in het kader van bewind uitvoert, is slechts globaal. Deze controle is dan ook ongeschikt om aannemelijk te maken dat de specifieke zorgkosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 18 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen