Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen waarbij (het voorschot op) de zorgtoeslag en huurtoeslag voor 2022 is vastgesteld op € 0 omdat haar toeslagpartner niet rechtmatig in Nederland verblijft. X vraagt middels een voorlopige voorziening haar zorg- en huurtoeslag toe te kennen wegens een spoedeisend belang. Volgens de Belastingdienst/Toeslagen is een financieel belang geen reden voor het treffen van een voorlopige voorziening. Ook blijkt nergens uit dat op korte termijn sprake is van huisuitzetting.
De voorzieningenrechter neemt een spoedeisend belang aan omdat het bedrag van de toeslagen onmisbaar is voor X om maandelijks rond te komen. Echter, het is niet zonder meer duidelijk dat de toeslagpartner naar aanleiding van de vreemdelingenrechtelijke procedure een geldig verblijfsdocument zal ontvangen. Daardoor heeft het bezwaar tegen de stopzetting van de zorg- en huurtoeslag onvoldoende kans van slagen. Het verzoek van X om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Instantie: Rechtbank Overijssel
Editie: 25 mei