Hof Amsterdam oordeelt dat uit de verklaringen geenszins valt op te maken dat X in onderhavige jaren uitgaven heeft gedaan voor de extra kosten van een dieet en/of voor kleding en beddengoed.

X claimt in haar IB-aangiften 2012, 2013 en 2014 aftrek specifieke zorgkosten. Naar aanleiding van een onderzoek naar de door de gemachtigde van X ingediende aangiften, worden aan X vragenbrieven verzonden met het verzoek de opgevoerde zorgkosten nader te onderbouwen. Na het uitblijven van een reactie, legt de inspecteur navorderingsaanslagen op.

Hof Amsterdam oordeelt dat uit de verklaringen geenszins valt op te maken dat X in onderhavige jaren uitgaven heeft gedaan voor de extra kosten van een dieet en/of voor kleding en beddengoed. De inspecteur merkt terecht op dat de verklaringen ruim na onderhavige jaren zijn gedateerd. X heeft de extra uitgaven niet aannemelijk gemaakt. De omstandigheid dat andere belastingplichtigen in vergelijkbare zaken wel in de bewijslast zijn geslaagd, leidt niet tot het oordeel dat ook X in het onderhavige geschil in het gelijk moet worden gesteld. De vraag of een belastingplichtige aan de op hem rustende bewijslast voldoet, moet in elke zaak opnieuw worden beoordeeld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 37

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 25 mei

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen