De strafkamer van Rechtbank Rotterdam oordeelt dat is bewezen dat X met opzet heeft gehandeld ten aanzien van het opmaken en indienen van te lage BTW-aangiften. Hij heeft een te laag bedrag aan verschuldigde BTW vermeld en een te hoog bedrag aan voorbelasting in aftrek gebracht.

X wordt strafrechtelijk vervolgd wegens het opmaken van belastingaangiften met een te laag bedrag aan BTW over de periode 29 april 2010 - 16 april 2014 en het indienen daarvan voor zijn eenmanszaak, en later ook voor zijn bv. Volgens de Belastingdienst heeft X op deze wijze voor circa € 280.000 aan belasting ontdoken.

De strafkamer van Rechtbank Rotterdam oordeelt dat wettig en overtuigend is bewezen dat X met (vol) opzet heeft gehandeld ten aanzien van het opmaken en indienen van te lage BTW-aangiften. Hij heeft een te laag bedrag aan verschuldigde BTW vermeld en een te hoog bedrag aan voorbelasting in aftrek gebracht. Volgens de rechtbank is er echter geen plaats voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vanwege de ouderdom van de feiten en het ruime tijdsverloop. Gezien de ernst van de feiten legt de rechtbank een taakstraf van de maximale duur op (240 uren) en een flinke voorwaardelijke gevangenisstraf (6 maanden).

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Strafrecht

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 14 juli

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen