Belanghebbende, X, maakt onderdeel uit van een criminele organisatie die zich bezighoudt met de smokkel van sigaretten en waterpijptabak. Hierbij stelt X zijn loods beschikbaar aan Q, hoofdverdachte in een Duits onderzoek naar een criminele organisatie die zich bezighoudt met grootschalige internationale accijnsfraude. Verder transporteert X de goederen ook. X wordt strafrechtelijk vervolgd voor het opzettelijk voorhanden hebben van onveraccijnsde accijnsgoederen.
De strafkamer van Hof 's-Hertogenbosch veroordeelt X voor het opzettelijk voorhanden hebben van onveraccijnsde accijnsgoederen tot een voorwaardelijk gevangenisstraf van vijftien maanden met een proeftijd van twee jaren. Verder wordt hij veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest. Het hof overweegt hierbij dat X accijnsgoederen in opdracht van derden onder zijn beheer heeft opgeslagen, terwijl hij de hoedanigheid van de goederen kent en daadwerkelijke toegang heeft tot die goederen. X heeft de goederen dan voorhanden in de zin van de Wet op de accijns. Bij de strafoplegging houdt het hof er rekening mee dat X de zorg heeft voor zijn ernstig zieke vrouw, zijn transportonderneming eerder failliet is verklaard, hij als gevolg van opgelegde naheffingsaanslagen accijns belastingschulden heeft die ruim € 1,4 mln belopen en hij samen met zijn echtgenote moet rondkomen van € 1200 per maand.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Accijns en verbruiksbelastingen, Strafrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 6 maart