Hof Arnhem-Leeuwarden onderzoekt in een verzetsprocedure of ingesteld hoger beroep terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens te weinig betaald griffierecht. Het hof oordeelt dat de indiener van het beroep in verzuim is geweest bij de betaling van griffierecht.

X stelt als gemachtigde van belanghebbende hoger beroep in inzake een WOZ-beschikking. X ontvangt een griffienota die samen met de ontvangstbevestiging van het hoger beroep voldoende informatie bevat om het verschuldigde griffierecht te koppelen aan de procedure, de zaak en het WOZ-object. Het verschuldigde griffierecht bedraagt € 519. X betaalt € 5,19.

Het hof verklaart het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk omdat het verschuldigde griffierecht niet op tijd is betaald. X komt in verzet.

Hof Arnhem-Leeuwarden gaat voorbij aan de verschillende stellingen van X waaruit zou moeten blijken dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Er is geen sprake van een vergissing of intoetsfout. Het beroep op betalingsonmacht en het verzoek om uitstel van betaling tijdens de zitting acht het hof te laat. Tenslotte oordeelt het hof dat het wel betaalde deel van het griffierecht niet terugbetaald wordt. Verzet ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:74

Algemene wet bestuursrecht 8:41

Algemene wet bestuursrecht 6:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 9 februari

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen