Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X er niet in slaagt om het vermoeden van ontvangst van de stukken tot het doen van de aangiften te ontzenuwen. X stelt weliswaar dat post niet is ontvangen, maar er is niet aangegeven om welke post het gaat.

X woont in 2018 en 2019 in Turkije. In geschil is of bij de ambtshalve opgelegde IB-nihilaanslagen over 2018 en 2019 twee verzuimboeten van € 369 respectievelijk € 385 zijn opgelegd. De inspecteur stelt onder overlegging van verzendrapporten dat de uitnodigingen, herinneringen en aanmaningen tot het doen van aangiften zijn verzonden aan het adres waar X destijds officieel woonde.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X er niet in slaagt om het vermoeden van ontvangst van de stukken te ontzenuwen. X stelt weliswaar dat post niet is ontvangen, maar er is niet aangegeven om welke post het gaat. De uitnodigingen tot het doen van de aangiften zijn in ieder geval wel ontvangen, gelet op zijn stelling dat hij naar aanleiding daarvan de Belastingdienst heeft gebeld. X maakt niet aannemelijk dat een medewerker van de Belastingdienst heeft toegezegd dat hij geen aangifte hoefde te doen. De verzuimboeten zijn passend en geboden. X stelt vergeefs dat zijn (eerste) belastingadviseur is overleden en dat zijn eigen vrouw ziek was. Zijn beroepen zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 27 juli

76

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen