Hof Den Haag oordeelt dat een tweede gesprek niet aangemerkt kan worden als een nadere hoorzitting waarvoor een aanvullende proceskostenvergoeding wordt uitbetaald.

Belanghebbende, X, maakt met succes bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Rotterdam.

Hof Den Haag oordeelt dat een tweede gesprek niet aangemerkt kan worden als een nadere hoorzitting waarvoor een aanvullende proceskostenvergoeding wordt uitbetaald. De gemachtigde van X wilde na het hoorgesprek extra tijd om jurisprudentie te bestuderen en deze te bespreken. Dat is een heel andere situatie dan de situatie die de wetgever op het oog had bij art. 7:9 Awb. Dat artikel vereist feiten en omstandigheden die naar aanleiding van het hoorgesprek boven water zijn gekomen en die tot nader onderzoek of een nader hoorgesprek aanleiding geven. In dit geval is daarvan geen sprake waaraan niet afdoet dat de gemachtigde op het tweede gesprek een verklaring van X heeft voorgelezen. De heffingsambtenaar heeft terecht slechts één procespunt toegekend voor de hoorzitting. Ook mocht de heffingsambtenaar volstaan met een wegingsfactor van 0,5 (lichte zaak). Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Algemene wet bestuursrecht 7:9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 20 april

43

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen