Het niet voldoen aan de registratieplicht in het UBO-register betekent een overtreding van de Handelsregisterwet en is daarnaast een delict onder de Wet op de economische delicten. Dit betekent dat verschillende sancties opgelegd kunnen worden, waaronder een bestuurlijke boete, een last onder dwangsom, en in zeer uitzonderlijke gevallen een gevangenisstraf. Dat schrijft minister Kaag van Financiën aan de Tweede Kamer.
Voordat een sanctie wordt opgelegd, ontvangen juridische entiteiten altijd eerst per brief een laatste waarschuwing met een termijn om alsnog aan de registratieplicht te voldoen. Er wordt dus niet zonder aankondiging een boete of andere sanctie opgelegd. Binnen de beschikbare capaciteit wordt voorrang gegeven aan handhaving op die juridische entiteiten waar de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme het hoogst zijn.
Tot de uitspraak van het Hof van Justitie EU (V-N 2022/16.19) wordt enkel risicogebaseerd gehandhaafd. De steekproefsgewijze handhaving vindt pas daarna plaats.
Momenteel is er een piek in opgaven omdat veel juridische entiteiten hebben gewacht tot de deadline van 27 maart 2022. Daarom geldt tot 1 september 2022 dat als een juridische entiteit de opgave heeft gedaan, maar deze nog niet is verwerkt, de meldingsplichtige instelling kan volstaan met de vaststelling dat de opgave is gedaan, met de uitleg van de cliënt welke UBO-gegevens en onderliggende documentatie daarbij zijn opgegeven
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal ondernemingsrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 20 april
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief