X bv exploiteert diverse kapsalons. Sommige voor eigen rekening en sommige in vof-verband. In 2016 wordt € 85.649 geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen voor de vof’s: € 57.220 door de vof’s en € 28.429 door X bv. Het aandeel van X bv in de investeringen van de vof’s bedraagt € 27.040. X bv is van mening dat zij recht heeft op € 15.687 aan KIA. De inspecteur stelt de KIA echter vast op € 10.159.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de KIA correct heeft vastgesteld. Volgens de rechtbank hebben vennoten bij een samenwerkingsverband namelijk afzonderlijk geen recht op het volledige vaste bedrag van de KIA (€ 15.687). De rechtbank merkt op dat de totale investeringen gesaldeerd moeten worden (€ 85.649) en dat de daarbij horende KIA (€ 15.687) naar evenredigheid aan X bv moet worden toegerekend. Nu de investeringen van X € 55.469 (€ 28.429 + € 27.040) belopen, heeft zij recht op een KIA van € 10.159. De rechtbank wijst daarbij onder andere ook op de strekking van de systematiek van de KIA bij samenwerkingsverbanden. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.41
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 27 mei