Hof Den Haag vermindert vergrijpboeten die deels zijn opgelegd voor de onjuiste toepassing van de pro rataregeling. X nv is grove schuld toe te rekenen met betrekking tot te weinig geheven en betaalde belasting en daarom zijn de vergrijpboetes terecht opgelegd.

X nv houdt zich bezig met exploitatie van onroerend goed. De inspecteur legt een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak 2015 tot en met 2016 op omdat X nv ten onrechte voorbelasting in aftrek brengt die toerekenbaar is aan vrijgestelde verhuur. Ook legt hij een vergrijpboete op voor het niet voldoen van de verschuldigde belasting op basis van art. 67f AWR en een vergrijpboete voor het niet nakomen van de informatieverplichting van art. 10a AWR. In hoger beroep is in geschil of de vergrijpboetes terecht en voor een juist bedrag zijn vastgesteld.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur ten onrechte vergrijpboeten oplegt voor zover deze betrekking hebben op een  onjuiste toepassing van de pro rataregeling. De inspecteur schiet tekort in zijn stel- en bewijsplicht. Het is weliswaar niet netjes van X nv om zich niet aan de in de vaststellingsovereenkomst beschreven methode te houden, maar dit is geen feit waarvoor een boete kan worden opgelegd. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten om grove schuld te onderbouwen. De vergrijpboetes zijn wel terecht voor zover deze zien op het onterecht aftrekken van voorbelasting die toerekenbaar is aan vrijgestelde verhuur. Voor zover boetes zien op de onjuiste pro rata en daarmee samenhangende informatieplicht zijn deze onterecht. Het beroep is gegrond. Het hof matigt de boetes.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Algemene wet inzake rijksbelastingen 10a

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 30 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

216

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen