Belanghebbende, X, vraagt een omgevingsvergunning aan voor het vergroten van een woning. In geschil is de hoogte van de legesaanslag die de gemeente aan X heeft opgelegd voor de behandeling van deze aanvraag. X stelt dat de aanbouw vergunningsvrij is zodat dit deel ten onrechte is meegenomen in de legesaanslag.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemeente de aanbouw terecht heeft meegenomen in de legesaanslag. X heeft één aanvraag gedaan voor zowel de aanbouw als de opbouw. Uit niets blijkt dat X deze aanvraag heeft willen beperken tot de vergunningsplichtige werkzaamheden. De heffingsambtenaar moest de aanvraag voor de gehele verbouwing in behandeling nemen (dus inclusief eventuele niet-vergunningsplichtige delen) en heeft daarvoor terecht leges berekend. De stelling van X dat er helemaal geen sprake zou zijn van een aanbouw, is niet juist, nu de bestaande bebouwing grotendeels is afgebroken. Verder oordeelt de rechtbank nog dat de opbrengstlimiet niet is overschreden. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 26 april