X bv verhuurt woningen aan chronisch zieken en gehandicapten. Over 2014 moet X bv bijna € 120.000 aan verhuurderheffing betalen. Volgens X is de verhuurderheffing in strijd met art. 1 EP EVRM. Verder stelt X dat er sprake is van een individuele en buitensporige last.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verhuurderheffing niet in strijd is met art. 1 EP EVRM. De wetgever heeft met de verhuurderheffing de grenzen van de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid niet overschreden. De rechtbank overweegt daarbij dat een van de overwegingen van de wetgever was dat de verhuurderheffing een belangrijk element completeert van een pakket aan maatregelen die zijn gericht op een betere werking van de woningmarkt in de koop- en huursector. Verder maakt X bv ook niet aannemelijk dat er sprake is van een individuele en buitensporige last. Volgens de rechtbank levert X bv namelijk geen begin van bewijs van de mate waarin zij wordt getroffen door de verhuurderheffing. De rechtbank merkt daarbij op dat de blote stelling, dat de verhuurderheffing niet kan worden opgevangen door middel van extra huuropbrengsten, zonder nadere toelichting, onvoldoende is. De rechtbank vermindert de aanslag nog wel in verband met twee woningen die op 1 januari 2014 te koop staan, en dus op dat moment niet worden verhuurd.
Wetsartikelen:
Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Verhuurderheffing
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 16 februari