Werknemers van X bv volgen een éénjarig maatwerkopleidingstraject, met twee deelkwalificaties van de opleiding ‘Bedrijfsadministratief medewerker, mbo niveau 2'. Deze opleiding duurt voltijds drie jaren, met 15 deelkwalificaties. X past de afdrachtvermindering onderwijs toe in haar LB-aangiften. De inspecteur is echter van mening dat pas recht op de afdrachtvermindering bestaat als de volledige beroepspraktijkvorming van de gehele driejarige opleiding ‘Bedrijfsadministratief medewerker, mbo niveau 2' wordt gevolgd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv recht heeft op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. De rechtbank wijst hierbij op het arrest van de Hoge Raad van 15 januari 2016, nr. 15/00350 (V-N 2016/5.19). Volgens de rechtbank blijkt uit dit arrest dat ten minste beroepspraktijkvorming moet zijn gevolgd die deel uitmaakt van een opleiding van de beroepsbegeleidende leerweg, zoals in casu. De rechtbank verwerpt daarbij de restrictieve uitleg van de inspecteur van het arrest. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de werknemers de deelkwalificaties hebben gevolgd binnen een maatwerkopleidingstraject en dat zij ter zake van deze deelkwalificaties beroepspraktijkvorming hebben gevolgd. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslagen.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 16 februari