Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verschillen tussen woningbouwcorporaties en particuliere verhuurders onvoldoende zijn om te oordelen dat X bv de verhuurderheffing niet hoeft te betalen. De keuze om ook particuliere verhuurders aan te slaan voor de verhuurderheffing is namelijk niet van iedere redelijke grond ontbloot.

X bv verhuurt circa 150 woningen tegen huurprijzen onder de huurprijs-liberalisatiegrens. Over 2013 voldoet zij € 4406 aan verhuurderheffing en over 2014 € 99.494. In geschil is of de verhuurderheffing in strijd is met art. 1 Eerste Protocol (EP) EVRM, art. 14 EVRM en art. 26 IVBPR.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verhuurderheffing op het niveau van de regelgeving niet in strijd is art.1 EP EVRM. De rechtbank wijst daarbij op diverse uitspraken van diverse rechtbanken. Ook honoreert de rechtbank niet het beroep van X bv op de ongelijke behandeling ten opzichte van woningbouwcorporaties, die, in tegenstelling tot X bv, subsidies hebben gekregen en kwijtschelding van hun schulden. Volgens de rechtbank zijn de verschillen namelijk onvoldoende om te oordelen dat X bv de verhuurderheffing niet hoeft te betalen. De keuze van de wetgever om ook particuliere verhuurders aan te slaan voor de verhuurderheffing is niet van iedere redelijke grond ontbloot.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 13 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen