Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat gemeenten op grond van art. 40 Wet WOZ desgevraagd verplicht zijn om inzage te geven in de grondstaffels die een rol hebben gespeeld bij de WOZ-waardering.

X is het niet eens met de WOZ-waarde 2014 van zijn onroerende zaak, een zogeheten pastoriewoning, in de gemeente Waalwijk.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat gemeenten op grond van art. 40 Wet WOZ desgevraagd verplicht zijn om inzage te geven in de grondstaffels die een rol hebben gespeeld bij de WOZ-waardering. Omdat ze van belang kunnen zijn voor de controle van de WOZ-waarde, vallen deze grondstaffels onder art. 40 Wet WOZ. Verder had, naar het oordeel van het hof, de heffingsambtenaar de grondstaffel, als zijnde een op de zaak betrekking hebbend stuk als bedoeld in de zin van art. 7:4 lid 2 Awb, voorafgaand aan het horen, ter inzage moeten leggen. Het hof verwerpt het argument van de heffingsambtenaar dat het geven van inzage in de grondstaffel op praktische problemen stuit. De heffingsambtenaar dient zijn administratie zodanig in te richten dat de noodzakelijke bouwstenen voor de waardebepaling hieruit op doelmatige wijze zijn te destilleren. Voorts komt het hof tot het oordeel dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de onroerende zaak en de daarop gebaseerde aanslag niet te hoog zijn vastgesteld. De weigering om de grondstaffel te verstrekken vormt voor het hof echter aanleiding de heffingsambtenaar te veroordelen in de proceskosten van de hoger beroepsfase van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Wet waardering onroerende zaken 40

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 13 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen