Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente niet aannemelijk heeft gemaakt dat van de mogelijke komst van een windmolenpark geen waardedrukkend effect uitgaat.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een agrarisch bedrijf met woning in de gemeente Opsterland. Er zijn plannen ontwikkeld om in de nabijheid van de onroerende zaak een windmolenpark te vestigen voor 18 windmolens met een wieklengte van 65 meter en een maximale tiphoogte van 200 meter. De dichtstbijzijnde windmolen zou op een afstand van 3,7 kilometer van de onroerende zaak worden geplaatst. In geschil is of de mogelijke komst van het windmolenpark invloed heeft op de WOZ-waarde 2013. Uiteindelijk zijn de plannen niet doorgegaan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente niet aannemelijk heeft gemaakt dat van de mogelijke komst van een windmolenpark geen waardedrukkend effect uitgaat. Bij het bepalen van een eventuele waardedruk moet rekening worden gehouden met a) slagschaduw, b) geluidsoverlast, c) horizonvervuiling en d) andere depreciërende omstandigheden. In het geval van X acht het hof geluidsoverlast en horizonvervuiling aannemelijk. Het hof besluit de WOZ-waarde te verlagen met een bedrag van € 2000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen